12) De Korte corner – “Curlingouders”
Ko 23 Januari

12) De Korte corner – “Curlingouders”

Door Remco Hartgers

Afgelopen weekend las is in AD Magazine een interessant verhaal. Het ging over de zogenaamde Generatie Z, kinderen geboren tussen 1995 en 2012. De leeftijdscategorie waartoe zo ongeveer alle jeugdspelers van HCS behoren. Daar hebben onze trainers en coaches dus wekelijks mee te maken.
Om eerlijk te zijn, werd ik niet verrast door hetgeen over de "Z’-ers” werd verteld, maar meer over de rol van de ouders van deze generatie.

Allereerst maar even uitleggen wat de kenmerken zijn van de Generatie Z. Door de toegenomen invloed van sociale media, groeit deze groep op in netwerken. Ze voelen zich thuis in deze organisatievorm, die heel non-hiërarchische is. Zij laten zich graag inspireren en laten zich liever niet vertellen wat ze moeten doen. Ze zijn daarom bij voorkeur eigen baas. Ze willen dingen zelf doen, zelf keuzes maken en zelf hun leven inrichten.
Resultaat daarvan is ook, dat ze uren op de bank kunnen hangen. Telefoon in de hand, korte filmpjes kijken, instagrammen en eindeloos met een koptelefoon op muziek luisteren, terwijl ze toch echt aan hun huiswerk moeten beginnen. Het drijft sommige ouders tot wanhoop.

Ouders hebben het beste met hun kinderen voor en willen teleurstellingen voor ze voorkomen. Ouders zijn daarom snel geneigd hun kinderen alles uit handen te nemen en ze te beschermen tegen iedere vorm van tegenslag. Er zijn bijvoorbeeld ouders, die werkstukken en ander huiswerk voor hun kinderen maken, om slechte cijfers te vermijden.
De Deense psycholoog Bent Hougaard gebruikt voor dit gedrag de term ‘curlingouderschap’, verwijzend naar de curlingsport. Curlers vegen met een bezem de ijsbaan schoon, om de steen met zo min mogelijk weerstand zijn doel te laten bereiken. Curlingouders proberen alle hobbels op het pad van hun kind weg te poetsen, zodat het gemakkelijk de eindstreep haalt. Allemaal goed bedoeld, maar het heeft vaak een averechts effect.

Door kinderen alles uit handen te nemen, leren zij niet met teleurstellingen om te gaan. Kinderen worden hierdoor afhankelijk, wat ze in de toekomst kan opbreken. Vallen en opstaan maakt kinderen juist weerbaar. Zo ook in de sport. Een wedstrijd in de laatste minuut verliezen is niet leuk. Maar het leert de spelers wel om met teleurstellingen om te gaan, mits coaches én ouders hier op een goede manier op reageren.
Het is vast niet altijd rozengeur en maneschijn tussen een speler en de trainer/coach. Kinderen komen soms teleurgesteld thuis, omdat ze een standje hebben gekregen. Niet hard genoeg getraind en te veel met andere dingen bezig geweest was het oordeel van de trainer. Ouders moeten op zo’n moment de curlingbezem in de hoek laten staan en niet gelijk bij de trainer aan de bel trekken. Waarschijnlijk lost het zichzelf op. En zo niet, dan ligt het initiatief bij het kind om naar de trainer toe te stappen om het uit te praten. De kinderen zijn namelijk verantwoordelijk voor hun eigen leerproces. Niet alleen op het veld, maar ook wat betreft alles daaromheen.

Het AD-artikel eindigt met een aantal citaten. Volgens pedagoog Dijksta zit er maar één ding op: toelaten, loslaten en vertrouwen. Psycholoog Ahlers ziet liever een hands-off ouder dan een curlingouder. Een beetje coachend met duidelijke grenzen.



Spelers moeten dus zelf hun hockeytas inpakken en uiteraard ook zelf dragen. De kinderen kunnen zelf bij de trainer afzeggen, als ze niet kunnen komen trainen. En zoals eerder benoemd, in geval van een conflict ligt het initiatief bij het kind om de trainer of coach te benaderen. Eenvoudig is het niet, maar ouders zullen er toch aan moeten geloven om wat meer los te laten….

Inspiratiebron: AD – "Wat te doen met zoon (20) die blowt en op de bank hangt”
https://www.ad.nl/gezond/wat-te-doen-met-zoon-20-die-blowt-en-op-de-bank-hangt~aeeb72bc

Nieuws afbeelding