5) 'De Korte Corner' Resultaatgericht vs. procesgericht
Ko 4 September

5) 'De Korte Corner' Resultaatgericht vs. procesgericht

Bart Jan van Collenburg is sinds 2016 Trainer/coach van Heren 1 van HC Schiedam. Daarvoor was hij o.a. werkzaam bij HC Oss en assistent trainer van Oranje Zwart dames 1 in de hoofdklasse. 
In onderstaande artikel laat Bart Jan ons het verschil zien tussen Winst en Winnen, lange termijn t.o.v. korte termijn.

Resultaatgericht vs. procesgericht


Regelmatig hoor je van teams, dat hun doelstelling is om kampioen te worden, in het linker rijtje te eindigen, zich te handhaven in de klasse, etc. Op zich is daar niks mis mee, maar in mijn optiek is dit een resultante van de verschillende processen.  

Deze doelstellingen zijn "output” doelstellingen, oftewel het gevolg van de resultaten van alle wedstrijden van ons en die van onze tegenstanders. Hier heb je in de wekelijkse trainingen en wedstrijden maar zeer beperkt invloed op.

Verlies je bijvoorbeeld een belangrijke wedstrijd aan het begin van het seizoen, dan kan dit bij spelers al het gevoel geven, dat de doelstelling in gevaar komt. Met als gevolg een bepaalde druk en angst.

 

Mijn voorkeur heeft het dan ook om doelstellingen te maken, waarop wij als team meer invloed kunnen hebben.

Samen met het team ga je bepalen, wat er moet verbeteren om een beter (eind)resultaat te behalen. Dit kan je bv. doen op basis van gegevens uit het vorige seizoen.

Voorbeelden zijn:

1.     Rendement bij de strafcorner aanvallend

2.     Aantal corners per wedstrijd behaald

3.     Rendement bij de strafcorner verdedigend

4.     Aantal corners per wedstrijd tegen

5.     Rendement van de pressing op helft tegenstander

6.     Turnover rendement aanvallend op helft tegenstander

7.     Opbouw rendement naar 23 meter tegenstander

8.     Turnover rendement bij balverlies

 

Er zijn nog legio andere zaken te bedenken. Het zijn allemaal zaken waar spelers veel invloed op kunnen hebben.  Het behalen van die (sub)doelstellingen, vergroten de kans op een goede output.


Voorbeeld bij eerdergenoemde onderwerpen:

1.     Doelstelling: 33% rendement uit de aanvallende strafcorner

2.     Doelstelling: minimaal 6 strafcorners per wedstrijd halen

3.     Doelstelling: minimaal 80% verdedigende strafcorners stoppen

4.     Doelstelling: maximaal 5 strafcorners tegen per wedstrijd

5.     Doelstelling: 75% rendement (wil zeggen balbezit) uit onze press halen

6.     Doelstelling: 80% eerste pass in de ploeg houden of een vrije slag halen

7.     Doelstelling: 70% rendement (balbezit binnen 23 meter van tegenstander)

8.     Doelstelling: 50% rendement (bal terugveroveren binnen 2 passes)

 

Dit zijn allemaal doelstellingen waar je gedurende de wedstrijden en trainingen aan kan werken/op kan coachen. Maar het zijn nog steeds resultaatgerichte doelstellingen.

Vanuit deze resultaatdoelstellingen kan je kijken wat er voor nodig is om die doelstelling te halen. Dit worden de procesdoelen.

 

Bijvoorbeeld:

Om 1 op de 3 strafcorners om te kunnen zetten naar een doelpunt (33%) moeten we 6 verschillende corners foutloos kunnen spelen. Doel is dus om 6 strafcorners tot in perfectie te trainen.

Wat zijn mogelijke zaken, die deze doelstelling bedreigen? Geblesseerde spelers, geschorste spelers, etc. Wat kunnen we hier vooraf aan doen? Ervoor zorgen, dat elke positie bij de corner door 3 spelers uitgevoerd kan worden

Dit laatste kan je als procesdoelen zien en daar heb je met elkaar veel invloed op en maakt het daarmee tastbaar.

 

Door zulke beïnvloedbare doelstellingen met elkaar af te spreken en op te volgen breng je gerichte focus aan. Iets wat als trainer/coach vaak lastig is, omdat er zoveel is, dat je graag zou willen verbeteren.

 

Terug naar het voorbeeld. Indien je alle doelstellingen haalt, dan betekent dat:

·      Doelstellingen 1 & 2 samen: 2 doelpunten voor

·      Doelstellingen 3 & 4 samen: 1 doelpunt tegen

·      Doelstellingen 5 & 6 samen: de tegenstander verliest de bal 15-20 keer in hun opbouw, vervolgens veroveren ze daar maar 3 keer de bal van terug. Kortom 20 keer opbouwen van de tegenstander betekent 12 keer balbezit voor ons

·      Doelstelling 7: van onze opbouw komen wij 14 van de 20 keer in het 23-meter gebied van de tegenstander en verliezen wij de bal 6 keer. Van die 6 keer veroveren wij de bal weer 3 keer terug.

 

Op basis van deze statistieken zou je dus 2-1 voorstaan op basis van de corner verhoudingen en veel meer controle over de wedstrijd hebben. Het kan dan nog best gebeuren, dat je ondanks het behalen van de doelstellingen niet wint. De kans hierop is statistisch echter klein.

 

Het is belangrijk om structureel feedback te geven aan de spelers t.a.v. deze doelstellingen, zodat wij gezamenlijk blijven werken om deze te verbeteren.

 

De terugkoppeling gebeurt als volgt:

 


 

Door op deze wijze de resultaten te visualiseren, kan je als ploeg heel concreet werken aan zaken, waar je direct invloed op kan uitoefenen. Samen ben je het er namelijk al over eens, dat indien je de doelstellingen haalt de output van deze verschillende processen het resultaat is wat je wilt behalen.

 

Conclusie

Maak resultaatgerichte doelstelling zo klein, dat de spelers zien dat zij er direct invloed op hebben.Een einddoelstelling bepalen is niet verkeerd, maar bepaal wat daarvoor nodig is en laat dat de subdoelstellingen zijn, waar je gezamenlijk met het team aan gaat werken. Stap voor stap, training naar wedstrijd, week naar week!

 

Succes.

Nieuws afbeelding